Ik hou van reizen. Ik voel me er vrij door, meer in het moment. Het is leerzaam en geeft me een breder perspectief op de wereld. Ik hou ook van bloggen en freelance werken, want dat kan ik in mijn eigen tijd en tempo doen. Dan is de perfecte combinatie toch leven als digital nomad; werkend en reizend over de wereld?
Nou, nee. Ik heb ingezien dat ik geen digital nomad wil zijn en dit is waarom.
Recentelijk reisde ik met Peter vijf weken door de Filipijnen, Japan en Thailand en had ik mijn laptop mee om regelmatig wat werk te doen. Dat deed ik eerder tijdens een citytrip naar Lissabon en een weekje op Ibiza, maar dit was voor het eerst een langere periode. Een leuke test om te ontdekken hoe dat zou bevallen en wat ik ervan zou leren.
Ik kwam er al snel achter hoe ik mijn dagen qua reizen en werken het beste kon indelen. Tussen het reizen door af en toe een half uurtje werken was niet handig, het werkte voor mij beter om grotere blokken van drie à vier uur in te plannen. Dan kon ik er echt even in duiken en kreeg ik meer gedaan.
Denk bijvoorbeeld aan een ochtend in een koffiezaakje werken en de rest van de dag wandelen en dingen bezichtigen. Of op de dagen waarop we toch al langer moesten reizen met de trein, bus of vliegtuig, plakten we er ook een paar uur werk aan vast. In Japan hadden we een WiFi Walker gehuurd, dit is een mini-router met onbeperkt 4G internet. Zo konden we overal werken, vooral in de trein was dat ideaal.
Toch denk ik dat ik gemiddeld in een week maar zo’n 15 uur werkte, niet heel veel dus. Daar had ik rekening mee gehouden en was geen probleem. Wil je meer werken, dan moet je ook rustiger aan reizen of zelfs voor langere tijd op één plek blijven. Dat is sowieso wat veel digital nomads doen, omdat dat fulltime werken anders nauwelijks haalbaar is.
Zo kun je via Airbnb een appartement huren en werken in een hippe co-working space. In Chiang Mai in Thailand bijvoorbeeld, wat een erg populaire plek is. Om dat een beetje betaalbaar te maken kun je je huis in Nederland onderverhuren of zelfs helemaal opgeven.
En dat is waar het bij mij knelt. Ik wil mijn fijne huis niet opgeven en ik hoef ook niet zo nodig maandenlang van huis te zijn. Ik hou erg van mijn thuis in Nederland. Een plek waar ik niet uit mijn koffer hoef te leven, waar ik dichtbij goede vrienden en familie ben, echt tot rust kom en waar ik hagelslag gewoon in de supermarkt kan kopen.
Ik vind (een beetje) werken op reis erg leuk en dat zal ik af en toe zeker doen, maar daar blijft het bij. Het scheelde dat ik niet extreem veel hoefde te werken, waardoor het heel ontspannen was. Het was juist wel leuk om af en toe wat langer in een koffiezaakje te zitten en daarna weer iets actiefs te doen. Maar om nou mijn volledige werk op afstand te doen, dat hoeft van mij niet.
Reizen is fantastisch, maar thuiskomen misschien nog wel meer.