541. Dat cijfer veranderde mijn zelfbeeld als elfjarige basisschoolleerling voorgoed. Teleurgesteld keek ik naar de uitslag van mijn Citotoets. Dat kon toch niet kloppen? Als voorbeeldige leerling met hoge cijfers ging ik er vanuit dat ik wel de hoogste score (550) zou halen.
Achteraf gezien slaat het natuurlijk nergens op, maar op dat moment stortte mijn leven in. Ik had het idee uitzonderlijk te zijn en daar maakte die uitslag korte metten mee. Mijn overtuiging dat ik bijzonder zou zijn is niet zo bijzonder. Veel kinderen denken dat ze speciaal zijn en dat het leven om hen draait. Op zich niet zo’n probleem, behalve als die opvatting blijft hangen als je volwassen bent. En dat gebeurt volgens mij behoorlijk vaak, bewust of onbewust.
Verdienen we succes?
Door de eindeloze mogelijkheden die de hedendaagse samenleving ons biedt, lijkt het alsof iedereen recht heeft op een meeslepend leven zonder daar veel moeite voor te hoeven doen. Denk aan zelfbenoemde lifecoaches die nog maar net 25 zijn of jonge meiden die op Instagram alleen maar selfies plaatsen, daarmee duizenden volgers verzamelen en vervolgens een autobiografie schrijven.
Door het lezen van het boek The Subtle Art of Not Giving a Fuck van Mark Manson en een masterclass van de hedendaagse stoïsch schrijver Ryan Holiday realiseerde ik me waarom me dit me zo frustreert. We denken te vaak dat we bijzonder zijn.
Mark Manson omschrijft in zijn boek dat er twee redenen zijn waardoor mensen denken dat ze zo buitengewoon zijn, namelijk:
- Ik ben fantastisch en de rest stelt niks voor. Ik verdien een speciale behandeling.
- Ik stel niks voor en jullie zijn fantastisch. Ik verdien een speciale behandeling.
Beide overtuigingen zijn problematisch. Narcisme (reden 1) of een slachtofferrol (reden 2) zorgen ervoor dat je geen verantwoordelijkheid hoeft te nemen bij tegenslag of kritiek, omdat je anders bent dan de rest. Je hebt recht op succes, geluk of aandacht, zonder dat je daar iets voor hoeft te doen.
Uitzonderlijkheid bestaat niet
Iedereen is behoorlijk middelmatig. Ik ook, zoals die Citoscore dat mij duidelijk maakte. Zelfs als je uitblinkt in één ding, dan ben je niet per se in alle andere dingen goed. Dat is helemaal niet erg, maar door perfecte plaatjes op social media wordt dat beeld verdraaid. Hierdoor wordt uitzonderlijkheid het nieuwe normaal en middelmatigheid synoniem voor mislukt.
Social media zijn niet de enige boosdoener. Vaak worden verhalen achteraf mooier gemaakt dan ze daadwerkelijk zijn. Filosoof en schrijver Nicholas Nassim Taleb noemt dit de narrative fallacy, wat inhoudt dat je achteraf losse concepten of verhalen met elkaar verbindt en ze zo meer waarde geeft.
Ryan Holiday gaf tijdens zijn masterclass een mooi voorbeeld. Larry Page, een van de oprichters van Google, zei in een speech dat je bij ieder ding wat je doet, moet nadenken of ‘het de wereld gaat veranderen’. Zij hadden met Google immers ook de wereld veranderd. Larry was even vergeten dat Google ooit was verzonnen voor een scriptie, puur om een hoog cijfer te halen. Niks bijzonders aan op dat moment, zeker niet met als doel om de wereld te veranderen.
Mede daardoor, naast alle goeroes en zelfhulpboeken, bestaat het idee dat iedereen voorbestemd is voor bijzondere dingen. Dat verdien je en zou je moeten doen. Het probleem van dit idee is dat je pas wat voorstelt als je hele uitzonderlijke dingen doet. Een wereldreis maken, honger de wereld uit helpen, een nieuwe Google bedenken, dat soort dingen.
Is het niet oké om een relatief normaal leven te leiden?
Het is nooit klaar
Ik zeg niet dat je geen grote dromen mag hebben. Ambities zorgen ervoor dat je jezelf blijft ontwikkelen en dat is een heel mooi streven. Die dromen moeten je alleen niet beperken in het dagelijks leven. Het waarmaken van die dromen heeft namelijk een heel ander pad dan de media, goeroes en mooie verhalen schetsen: het is hard werken, veel fouten maken, verkeerde keuzes maken en continu willen blijven leren.
Mensen die echt goed zijn in iets, hebben niet per se een uitzonderlijk talent. Ze willen continu beter worden, omdat ze vinden dat ze nog niet zo bijzonder zijn. Ze staan open voor feedback, ook al is dat niet altijd leuk. Als je denkt dat je al ergens goed in bent, zul je nooit veranderen. Vinden dat je een speciale behandeling verdient, maakt je geen beter mens.
Als een vies groentehapje
Toen ik mij als elfjarig kind realiseerde dat ik niet zo slim was als ik dacht, voelde ik mezelf waardeloos. Toch was het een goede les die ik op dat moment nodig had om een beter perspectief te ontwikkelen. Mark Manson vergelijkt dit inzicht met een dagelijks groentehapje. Het is niet zo lekker, maar wel goed voor de gezondheid. De acceptatie dat je leven voor het grootste deel niet bijzonder zal zijn is misschien pijnlijk, maar maakt je op langere termijn wel gelukkiger.
Ryan Holiday noemt dit in zijn boek Ego is the Enemy het overkomen van het ego, want dat staat geluk en veerkracht in de weg. Het ego is volgens Ryan een ongezond geloof in onze eigen belangrijkheid; de behoefte om beter te zijn dan anderen en daar erkenning voor te krijgen. Als je leert omgaan met je ego, dan zul je vriendelijker en bescheidener worden.
Met Ryan op de foto. Puur ego om dit dan weer op Instagram te plaatsen uiteraard. 🙂
Klein maar verbonden
Voor je ego is het best deprimerend om te beseffen dat je niet zoveel voorstelt. Toch is het juist iets positiefs, maar daarvoor moet je anders naar jezelf durven kijken. Als je jezelf heel bijzonder vindt, is tegenslag of kritiek moeilijk te verduren. Door te beseffen dat je geen meeslepend leven hoeft te hebben, ervaar je meer vrijheid. Er is ruime voor fouten en de basale dingen in het leven zul je waarschijnlijk meer waarderen.
Wees je ervan bewust dat persoonlijke problemen niet bestaan. De kans is groot dat miljoenen mensen dezelfde problemen hebben. Dat betekent niet dat jouw problemen niet echt zijn, of dat je geen slachtoffer kunt zijn van vervelende dingen. Het betekent dat je niet bijzonder bent en dat je geen andere rechten hebt dan iemand anders.
Maar stellen wij als mensen dan echt helemaal niks voor? Dat gelukkig wel. Een toepasselijke uitspraak vind ik deze van astrofysicus Neil deGrasse Tyson:
“Those who see the cosmic perspective as a depressing outlook, they really need to reassess how they think about the world. Because when I look up in the universe, I know I’m small, but I’m also big. I’m big, because I’m connected to the universe, and the universe is connected to me.”
Ook al zijn we niet speciaal, we zijn allemaal met elkaar verbonden. Niemand staat op zichzelf. Zelfs als je weet dat je niet bijzonder bent, kun je grootse dingen doen. Je kunt anderen helpen, mooie dingen maken, zelfvertrouwen hebben. Maar dan zonder autobiografie op je twintigste. Dat is precies wat die uitslag van de Citotoets mij leerde. Ik ben niet bijzonder en dat is maar goed ook.
Bijzonder he. We zijn natuurlijk uniek in zekere zin, maar niet uitzonderlijk. Maar het is goed om je dit te realiseren. Ik vond dat ook een fijn uitzicht uit het boek van Mark Manson. Overigens had ik geen idee wat een goede of slechte cito score was. Ik hoorde de score en vroeg aan mijn meester: is dat een goede uitslag? 😉
Tot snel <3 En fijne nieuwe site. Ben trots op je!
Mee eens hoor, we zijn in zekere zin ook wel uniek. Niemand is natuurlijk precies hetzelfde. En ik snap ook niet waarom ik zo gefocust was op die Cito, haha! 😉 Tot snel! X
Goed artikel, mooie start! Wel grappig ik kreeg juist op de vrije school het gevoel dat we speciaal werden gemaakt wat maakte dat ik gewoon zo normaal mogelijk wilde zijn. Passend en normaal. Maar het blijft een punt, ik denk en ik denk velen met mij erg vanuit mezelf. Ik probeer weleens als ik naar werk fiets te realiseren hoe verbonden we zijn en iedereen zijn ding heeft en dat we allemaal door die regen of naar ons werk moeten of bepaalde problemen hebben. Dan probeer ik me even te realiseren hoe anderen nu zich voelen en mezelf wat minder belangrijk te maken in mijn hoofd ;). Ik denk inderdaad dat je wel een aardiger persoon kan worden door je wat nederiger op te stellen. Goed om daar meer bij stil te staan.
Dankjewel! Ik was stiekem al benieuwd wat jij zou vinden. ^^ Ik denk inderdaad ook vaak erg vanuit mezelf, terwijl het allemaal gelijk minder zwaar voelt als je dat minder doet. En ik vond die Citotoets wel een grappig voorbeeld, dat vond ik blijkbaar toen heel belangrijk haha.
Ps. Grappig om te horen dat je zo op die Cito gefocused was, mooi voorbeeld ^^
Oh, wat bijzonder om te lezen. Ik werk juist vanuit dat iedereen anders is, en daarmee uniek. Juist omdat niemand hetzelfde is zijn we verbonden. Dat betekend dat je moet luisteren en aandacht voor anderen nodig hebt om de verbinding te vinden. Ons ego inderdaad aan de kant zetten om de ander te zien in zijn gehele persoon.
Mijn dochter bijvoorbeeld scoort op cito’s uitzonderlijk, bijna altijd op alles ongeveer foutloos. In de klas, in de les en bij de andere toetsen scoort ze niet zo opvallend anders. Ze past zich aan om erbij te horen. Luistert dus en voegt zich. Van een cito wordt ze competitief. Nu ze dit weet is het aan haar om haar kwaliteiten zo in te zetten dat ze wat kan toevoegen aan de wereld. Zo zie ik dat.
Voor mezelf ben ik ook permanent zoekende. Hoe kan ik mijn kwaliteiten inzetten zodat ik anderen kan helpen. Nu doe ik dat ook, maar kan het anders, nu 5 jaar later? Ik heb een grote wiskunde knobbel. Zal ik deze toch in gaan zetten om daarin les te geven en zo wat te betekenen. Jij zet toch ook jou schrijfkwaliteiten in om anderen te helpen. Aan het denken te zetten? Een uitslag van een cito maakt je toch niet gemiddeld? Wat is dan jij goed kan? Er is vast iemand met hetzelfde verhaal, maar het pad dat jij en die ander bewandelen zijn toch anders?
Oh ja, groente hapjes vind ik wel lekker. Altijd al. Misschien dat ik het daarom niet zo goed snap 😉
Ik weet niet of ik jou helemaal goed begrijp, of dat jij mijn artikel wellicht anders interpreteert dan ik bedoel. We zijn in zekere zin inderdaad uniek, niemand is precies hetzelfde. Dat bewijst je DNA alleen al.
Maar het idee bijzonder te zijn zorgt mijns inziens voor een te grote focus op jezelf. Want ook al ben je in één ding (of een paar dingen) heel erg goed, dan ben je op de meeste vlakken waarschijnlijk nog steeds redelijk gemiddeld. Dat geeft helemaal niet. Maar als je jezelf heel uitzonderlijk vindt, ontstaat het risico dat je anderen minder waard vindt. Als je inziet dat je niet zo heel bijzonder bent (er zijn immers miljoenen mensen die bovengemiddeld goed in wiskunde of schrijven zijn), krijg je een meer nederige houding. Dan sta je open om te blijven leren van anderen en kun je juist heel veel bijdragen aan de wereld. Het draait dan minder om jou, maar om het werk wat je doet.
Het staat wat mij betreft dus los van talent hebben of bijdragen aan de wereld, maar om het beeld wat je van jezelf hebt en hoe je je verhoudt tot anderen. Hoop dat het zo wat duidelijker is!
We zijn allen ons eigen universum. Van binnen zijn we dus zeer bijzonder. Wanneer we vervolgens ons universum/ zelf met anderen gaan vergelijken stuiten we collectief op problemen, denk ik. Want dan is wat jou intern bijzonder maakt ten opzichte van de buitenwereld misschien helemaal niet zo uitzonderlijk. Dus ja, mooi artikel. Ben bijna 37 en ontdek vandaag voor het eerst dat ik ten opzichte van anderen dus niet zo bijzonder ben. Haha, het is wat! Kan me wel voorstellen dat ik vanaf nu wel blijer door het leven kan, meer in harmonie en in verbondenheid met de mensen om me heen.
Mooi artikel. Ik zie veel aanknopingspunten met een boek wat ik momenteel lees van Alfie Kohn: Onvoorwaardelijk ouderschap. Zijn visie is dat dit zelfbeeld van jezelf geweldig vinden in de opvoeding zit is tegen straffen maar ook tegen belonen. En vooral dat belonen of prijzen zorgt voor het type gedrag wat jij zo mooi omschrijft. Zeker ook een leestip!!
Oh, dat klinkt zeker interessant. Mooie aanvulling, dankjewel!